Ga naar de inhoud

Les 7: Techniek aan boord

Benzine dampen

Een binnenboord benzine motor, zullen we eerst moeten ventileren met een vonkvrije ventilator om benzine dampen uit de motorruimte te verwijderen. Deze dampen zouden zich anders kunnen ophopen en voor een ontploffing kunnen zorgen.

Schroefas

Verder controleren we de schroefas als die aanwezig is. De schroefas loopt tussen de schroef en de motor. De schroefas zit in een koker die door de romp naar buiten loopt. Omdat de schroef zich natuurlijk onder de waterlijn bevindt moet de schroefas goed afgedicht worden, om te voorkomen dat de boot vol zou lopen met water. Zeker omdat de schroefas onder water in die schroefaskoker draait is die koker lastig volledig waterdicht af te dichten. Dit afdichten kan door elke 6 vaaruren vet in de schroefaskoker te persen met een vetpers. Het nadeel van dit systeem is dat het vet op die manier in het milieu terecht komt. Tegenwoordig worden schroefassen daarom watergesmeerd met kunststof lagers, in plaats van een vetgesmeerde schroefas. Aan boord van zeiljachten zien we vaak een dieselmotor zonder schroefaskoker, maar met een saildrive. Dat houdt in dat er een waterdicht staartstuk met daaraan de schroef onder de motor door de romp naar buiten steekt. Dit systeem is goed waterdicht te krijgen, omdat een schroefaskoker met daarin een draaiende schroefas vermeden kan worden.

Olie

Er moet voldoende olie in de motor zitten voor de smering en koeling. Dit kunnen we controleren met een peilstok net als in de auto.

Motorkoeling

Er zijn bij binnenboordmotoren drie soorten koelsystemen. Een direct gekoeld koelsysteem betekent dat het zeewater rechtstreeks door de motor wordt gevoerd om deze te koelen. Dit systeem is ouderwets omdat zeewater door de motor voeren natuurlijk kan leiden tot verstopping. Om dat te voorkomen zit er in de modernere motoren meestal koelvloeistof dat gekoeld wordt met zeewater. Dit heet een semi-gesloten systeem. Voor vertrek dient u dus te controleren of er voldoende koelvloeistof in het systeem zit. In deze koelsystemen zal een wierfilter of wierpot het vuil uit het koelwater (zeewater) filteren. Het koelwater wordt via een slang met een afsluiter onder de waterlijn opgezogen door de motor Die afsluiter moet dus voor vertrek opengezet worden. Een afsluiter is open als de hendel in het verlengde van de slang staat en dicht als de hendel haaks op die slang staat. Het koelwater wordt door de uitlaat weer geloosd. U dient dus ook te controleren of er koelwater uit de uitlaat komt, want als dat niet het geval is, dan koelt de motor niet goed. Op sommige motorschepen zie je ook wel eens een geheel gesloten koelsysteem met koelvloeistof. Dat systeem wordt gekoeld door buizen die onderwater of door de kiel lopen. In dit systeem wordt er dus helemaal geen zeewater aangezogen voor de koeling. Buitenboordmotoren worden gekoeld met zeewater en om te controleren of deze goed koelen dient u regelmatig het controle waterstraaltje in de gaten te houden. Als u dat niet meer ziet functioneert het koelwatersysteem niet meer naar behoren.

Brandstof

Uiteraard dient u voor vertrek te controleren of er voldoende brandstof in de tank zit. De meeste scheepsmotoren zijn dieselmotoren. De reden is dat dieselmotoren geen elektriciteit meer nodig hebben als ze eenmaal draaien. Ze hebben namelijk geen bougies. Bovendien is diesel veel minder vluchtig dan benzine en dus is er minder kans op explosies aan boord. Bij benzine motoren dient u voor het starten daarom altijd de motorruimte te ventileren met een vonkvrije ventilator. De laatste jaren is er biodiesel in omloop, waardoor de kans op bacteriën in de dieseltank enorm is toegenomen. Er zijn flesjes met vloeistoffen verkrijgbaar die de bacteriën tegengaan. U moet daarvan een kleine hoeveelheid toevoegen aan uw dieseltank. Een ander oplossing is het plaatsen van een magnetische brandstof conditioner. De magnetische velden doden de bacteriën die kunnen gaan klonteren en uw brandstofsysteem kunnen doen verstoppen. Ook kan de tank vuil, water en roest bevatten. Aan de Engelse Oostkust zijn er monteurs die een goede boterham verdienen aan vuile dieseltanks van de Nederlanders. Het probleem is dat veel zeilers geen last hebben van het vuil onderin hun dieseltank als zij op het IJsselmeer blijven. Maar op de woelige Noordzee wordt het vuil omgewoeld en kan dan het brandstofsysteem van de motor verstoppen. Het vervangen van het filter is dan vaak geen oplossing, de tank moet helemaal schoongemaakt worden.

V-snaar

De V-snaar drijft de dynamo aan die de accu’s op spanning houdt en moet u 2 cm kunnen indrukken.

Morsehendel

Als we de motor willen starten, dan steken we net als in een auto een sleutel in het contactslot op het motorpaneel. Bij sommige motoren is het nodig om de motor eerst voor te gloeien, door de sleutel eerst een klein slagje te draaien. Bij andere motoren is hier een aparte knop voor. Ook zal u op dit moment moeten testen of het geluidssignaal of waarschuwingslampje goed werkt dat u zal waarschuwen als de oliedruk te laag is of de motor oververhit raakt. Mocht dit niet werken en het zou misgaan zonder waarschuwing, dan kan uw motor volledig in de soep lopen. Met de morsehendel kunnen we meer of minder gas geven en schakelen tussen vooruit, neutraal en achteruit. Meestal zit er een knop op de morsehendel om de motor in z’n vrijloop te zetten. Dat betekent dat u de motor wel meer toeren kunt laten draaien dan in neutraal, maar de schroef blijft stilstaan. Soms is het nodig om iets meer gas te geven dan neutraal tijdens het starten.

Uitlaatgassen

Uitlaatgassen dienen kleurloos te zijn als de motor op bedrijfstemperatuur is. Zwarte rook betekent een onvolledige verbranding. Witte stoom betekent een lekkende koppakking. Blauwe rook betekent dat de motor nog koud is.

Stoppen Dieselmotor

Het stoppen van een dieselmotor gaat vrijwel altijd met een stopknop en dus niet met het sleuteltje in het contactslot. Met de stopknop onderbreekt u de brandstoftoevoer, waardoor de motor stopt. Het contactsleuteltje haalt alleen maar de elektriciteit van het motorpaneeltje maar de motor zal door blijven lopen. Een dieselmotor heeft namelijk na het starten geen elektriciteit nodig, want het heeft geen bougies.

Buitenboordmotor

Als u een buitenboordmotor (benzine motor) gebruikt op zee, dient u deze na gebruik in een bak met zoet water te laten draaien. Daarmee spoelt u het zoute water uit de motor zodat deze minder zal corroderen.

Accu’s

Voor vertrek controleert u ook of uw accu’s goed geladen zijn. Heeft u nog accu’s met accuvloeistof dan kunt u die met gedistilleerd water bijvullen tot 1 cm boven de platen. Er zijn vaak meerdere accu’s aan boord. Een startaccu is gemaakt op korte piek prestaties die nodig zijn bij het starten van de motor. Een service accu is bedoeld voor bijvoorbeeld de verlichting, de navigatie apparatuur en dergelijke. Het boordnet is meestal 12 of 24 volt. U kunt 2 accu’s van 12 volt parallel of in serie schakelen. Als u de pluspolen en de minpolen van de twee accu’s op elkaar aansluit blijft het voltage 12 volt maar de capaciteit (ampère) zal verdubbelen. Als u de pluspool van de ene accu op de minpool van de andere accu aansluit verdubbelt de spanning ofwel het voltage wordt 24 Volt.

Vragen en antwoorden