Ga naar de inhoud

Het coördinatenstelsel

Het coördinatenstelsel wordt gebruikt om posities op aarde aan te geven. Dat doen we door de breedte en de lengte weer te geven. De evenaar deelt de aarde op in het noordelijk en het zuidelijk halfrond. Op de staande rand van de kaart staat dan ook een N van North of S van South. Op welke breedte je zit kun je op de staande (verticale) kaartrand aflezen. Op de evenaar zit je op 0 graden en op de noord- en zuidpool op maximaal 90 graden noorder- of zuiderbreedte. Iedere graad is verdeeld in 60 minuten en iedere minuut is verdeeld in 10 tienden van een minuut. Op de kaart staan zwart-wit geblokte randen met minuten. Let erop dat de minuten op de ene kaart verdeeld zijn in tien vakjes, ieder vakje is dan een tiende van een mijl. Op andere kaarten is elke minuut opgedeeld in 5 vakjes, die elk overeenkomen met 2 tienden van een minuut. De horizontale lijnen op de kaart die de noorden- of zuiderbreedte aangeven heten parallellen. Die lopen parallel aan de evenaar. Meridianen zijn verticale lijnen van de noordpool naar de zuidpool die de lengtegraad aangeven. De 0 graden meridiaan die door Londen/Greenwich loopt, deelt de aarde op in twee delen, het oostelijk en westelijk halfrond. De meridianen nemen toe tot 180 graden naar het oosten en 180 graden naar het westen. Op de liggende (=horizontale rand) rand in de kaart kun je aflezen of je op het (E) oostelijk of (W) westelijk halfrond zit.

Er is een standaardmethode om de positie te noteren bijvoorbeeld: 51° 00,6’ N en 003° 25,9’ E. Dus met voorloopnullen om ervoor te zorgen dat er altijd evenveel getallen genoteerd worden en let op het graden- en minutenteken.
Alleen de minuten die op de staande rand van de kaart staan komen overeen met 1 Nm (=nautische mijl) en worden dus op grotere breedte meer uitgerekt weergegeven. Pas de zeemijlen daarom af op de staande rand op dezelfde breedte als waar de op te meten afstand zich bevindt.
1 Nm komt overeen met 1,852 KM. De lengte van een mijl is te berekenen door de omtrek van de aarde in minuten te delen op de omtrek van de aarde in Km (omtrek = 40.000km). De omtrek van de aarde is 360 graden en iedere graad bestaat uit 60 minuten. De omtrek is dus 360 x 60 = 21600 minuten. 40.000 km / 21600’ = 1,852 km.

De wassende kaart

De zeekaarten die wij gebruiken zijn gemaakt met de mercatorprojectie methode. Deze methode wordt gebruikt om de bolle aarde op een vlakke kaart te tekenen. Op de mercatorkaart, ook wel wassende kaart genoemd, zijn koersen en kompaspeilingen rechte lijnen, dat is makkelijker dan kromme lijnen in de kaart te moeten tekenen. De mercatorkaart is hoekgetrouw. Maar de kaart is een natuurlijk een vervorming van de werkelijkheid, omdat de aarde bol is en de kaart vlak. Ten eerste is in de kaart de afstand tussen de meridianen overal gelijk, terwijl de meridianen in werkelijkheid naar elkaar toe lopen bij de polen. Ten tweede is de afstand tussen twee paralellen in werkelijkheid overal gelijk, maar op de kaart neemt de afstand tussen de paralellen toe met de breedte, want de minuten op de staande rand worden groter naarmate de breedte toeneemt.

Grootcirkelroutes

Dit onderwerp is alleen voor TKN, niet voor KVB2

Stel je voor dat we van New York naar Porto willen varen. Als we dan een rechte lijn in de kaart intekenen, dan vinden we dat we 90 graden moeten varen. De rechte lijn in de kaart heet een loxodroom en loopt in dit geval toevallig evenwijdig aan een parallel, omdat de twee plaatsen op gelijke noorderbreedte liggen. Als we dus recht naar het oosten zouden gaan varen, dan komen we ook wel in Porto uit. We hebben dan over die loxodroom (en in dit geval toevallig ook over een parallel) gevaren. Op de kaart lijkt het alsof we de kortste weg hebben gevaren. In werkelijkheid is dat niet zo. In werkelijkheid zou de kortste weg een grootcirkelroute zijn. Als je op een wereldbol een touwtje strak zou trekken van NY naar Porto, dan komt dat touwtje niet strak te lopen over de parallel waar die plaatsen op liggen, maar het touwtje loopt ten noorden daarvan (zie de rode lijn in onderstaande foto). Die rode lijn geeft de kortste weg aan: de grootcirkelroute dus.

Een grootcirkel is een lijn rond de aarde die de aarde in twee gelijke delen zou splitsen.

In de onderstaande foto ziet u het verschil tussen de grootcirkelroute en de loxodroom. De grootcirkelroute is in de kaart echter wel een kromme lijn, in dit geval met de holle kant richting de evenaar.

grootcirkelroute

Tekens in de kaart

In de titel van de kaart staat de naam van het gebied, het reductievlak (vlak ten opzichte waarvan diepten worden weergegeven) en de projectiemethode. In de kaart staan diepte en hoogte(lijnen), boeien, bakens, vuren, grondsoorten, wrakken, obstakels, verkeersscheidingsstelsels, voorzorgsgebieden, stroom- en getijgegevens en de variatieroos. Ook staan er vaak waarschuwingen, aanwijzingen en toelichtingen in zoals: “er liggen meer blinde tonnen (zonder lamp) dan gekarteerd”. Omdat er in de examens veel vragen gaan over tekens in de kaart kunt u overwegen om Kaart 1 (INT1) te kopen en eens goed door te nemen. Wilt u op kosten besparen, dan kunt u ook gratis Chart No 1 (6 MB) downloaden van de Amerikaanse Hydrografische dienst. Maar let erop dat er verschillen bestaan met Nederlandse zeekaarten. Hieronder staan de tekens die u voor het examen Klein Vaarbewijs 2 moet kennen.

Tekens in de kaart
Tekens in de kaart
Tekens in de kaart
Tekens in de kaart
Tekens in de kaart
titel kaart

Er zijn verschillende soorten kaarten: op de overzeiler (overzichtskaart met een kleine schaal) kunnen we een koers uitzetten naar de overkant zonder dat we meerdere kaarten naast elkaar moeten leggen. Op de kustkaart (grote schaal, dus met veel details) kunnen we langs de kust navigeren en een haven aanlopen. Op de kustkaarten staan vaak detailkaarten van havens waar dan een rechthoek omheen is getekend. In de almanakken staan plankaarten om een overzicht te krijgen van havens maar deze zijn niet bijgewerkt met de BAZ’s dus niet geschikt om op te navigeren.

Berichten aan Zeevarenden (BAZ)

In de Berichten aan Zeevarenden (BAZ) kun je wijzigingen in de situatie (veranderde diepte, verwijderde boeien, bakens, ontstane obstakels, wrakken, gedoofde lichten, gesloten sluizen e.d.) terugvinden en de kaart bijwerken. Op internet kunt u de BAZ’s vinden en ook in watersportmagazines en op teletekst. Download en bestudeer maar eens een BAZ om een beter idee te krijgen van wat er precies instaat.

BAZ

Nautische boekwerken

Boekwerken die veel aan boord te vinden zijn, zijn de volgende:

  • ANWB Almanak deel 1 (reglementen en algemene info)
  • ANWB Almanak deel 2 (gegevens over havens en bruggen en sluizen, deze moet ieder jaar opnieuw gekocht worden.)
ANWB Wateralmanak
  • The Netherlands Coast Pilot (HP1) geeft gedetailleerde informatie over het zeegebied van de Nederlandse en Belgische kust, en over de zeehavens en toegangen daartoe.
HP1
  • Lichtenlijst (HP2) geeft een beschrijving van de kustverlichting en mistseinen, met aparte hoofdstukken over radiobakens, racons, verkenningslichtboeien en lichtvlotten.
  • Waterstanden en Stromen (HP33) is een jaarlijkse uitgave waarin de waterstanden en getijstromen langs de Nederlandse kust en aangrenzend gebied zijn opgenomen.
HP33
  • Kaart 1 (INT1) is een gestandaardiseerd boek over de gebruikte tekens, afkortingen en begrippen voorkomend op de Nederlandse zeekaarten en overige internationale zeekaarten.
INT1

Vragen en antwoorden