Ga naar de inhoud

Les 1: Getijberekeningen voor gevorderden

De meest voorkomende getijberekeningen, zoals de exacte interpolatiemethode zijn al besproken in Les 9 Getij berekeningen van de online cursus Kustnavigatie. In deze online cursus gaan we nog een paar stapjes verder, omdat in Kustnavigatie een aantal zaken niet aan de orde zijn gekomen waar u in de praktijk van het zeezeilen telkens mee te maken zal krijgen, zoals Secondary Ports, verschillende tijdzones, e.d.

Secondary port tidal prediction form

Als een bepaalde haven een secondary port is en we willen de rijzing op een bepaald moment berekenen dan moeten we de getijdengrafiek gebruiken van de standard port. Om die grafiek te kunnen gebruiken hebben we altijd 3 gegevens nodig:

1. het tijdstip van hoog water (Time of HW)
2. de rijzing van hoog water (Height of Tide High Water afgekort HoT HW)
3. de rijzing van laag water (Height of Tide Low Water afgekort HoT LW)

Met die 3 gegevens kunnen we de grafiek voor exacte interpolatie invullen en toepassen. Dit is dus al aan bod gekomen in de online cursus kustnavigatie. Nu moeten we die gegevens berekenen door de (soms negatieve) correctie in de secondary port erbij op te tellen. De correctie vinden we door te interpoleren. Daarvoor heb ik het Secondary port tidal prediction form ontwikkeld.

exacte interpolatiemethode

Pas op met verschillende tijdzones en DST

Het eerste dat ik aanraad om te doen is een tabel te maken met de tijden, want soms is de boordtijd anders uit een andere Tijdzone dan de lokale tijd die gevraagd wordt. Bovendien is soms Daylight Saving Time DST van toepassing. Ik raad dus aan om alle tijden eerst om te rekenen naar de Standaard Tijd in de Standard Port. Dat is niet altijd UT, maar kan ook TZ-01.00 zijn. Als het antwoord in een andere tijd gegeven moet worden, bijvoorbeeld in DST, dan bereken je dat op het laatste moment aan het einde van de som.

Schrijf achter alle tijden die je noteert, wat het voor een tijd het is.

Bijvoorbeeld: 13.00 TZ -0100 DST of bijvoorbeeld 17.00 UT.
TZ 0000TZ -0100
UTUT +1
12.00 standaard tijd (= 13.00 DST)13.00 standaard tijd (=14.00 DST)

Berekenen tijdstip van hoog of laag water in een secondary port

  1. Zoek de tijd van HW of LW van de Standard port op (u kunt aan het pijltje zien of je moet doorbladeren of terugbladeren naar standard port). Dit betekent doorbladeren naar Standaard Port – > en dit betekent terugbladeren naar de Standard Port <-
  2. Bepaal het tijdsverschil m.b.v. de tabel met times/differences.
  3. Tel het tijdsverschil bij de tijd in de Standard Port op.
    Bijvoorbeeld: In de Reeds NA vindt u bij de Secondary Port Scheveningen (Primary Port is Vlissingen) deze tabel:
    Times
    High  Water  Low  Water
    0300  0900  0400  1000
    1500  2100  1600  2200
    Differences SCHEVENINGEN
    +0150 +0100 +0220 +0245
  • Als het tijdstip van hoog water in de Standaard Port Vlissingen plaatsvindt om 03:00 uur of om 15.00 uur, dan is het 01:50 uur later hoog water in Scheveningen. Dus om 04:50 en 16:50.
  • Als het tijdstip van hoog water in de standaard port Vlissingen plaatsvindt om 09:00 uur of om 21.00 uur, dan is het 01:00 uur later hoog water in Scheveningen. 10:00 dus, of 22:00.
  • Als het tijdstip van hoog water in de Standaard Port Vlissingen plaatsvindt om 06:00 uur of om 18:00 uur, dan is het 01:25 later hoog water in Scheveningen. 06:00 ligt namelijk tussen 03.00 en 09.00 in en er moet dus geïnterpoleerd worden tussen 01.50 en 01.00.

Dit interpoleren is soms lastig en is het beste te doen met mijn secondary port tidal prediction form met op de x-as de tijdlijn en op de y-as de correctietijd. Let op dat de correctietijd ook negatief kan zijn en in dat geval zet je de correctietijden op de negatieve Y-as. Houd in het achterhoofd dat dit eigenlijk veel lijkt op lineair interpoleren zoals 1/7 regel gebruikt wordt om rijzing tussen spring en doodtij te berekenen. In dit geval hebben we het dus eigenlijk over een soort 1/6 regel, want er zitten altijd 6 uren tussen de waarden die we gebruiken.

secondary port tidal prediction form 1

Als u het mijn secondary port tidal prediction form netjes heeft ingevuld dan kunt u de waarde aflezen zonder rekenen. Ook kunt u met het formulier makkelijker de formule opschrijven om de correctie precies te berekenen.

In het bovenstaande geval zit er:
op de x-as tussen 0300 en 0900, 6 uren van 60 minuten is dus 360 minuten.
op de y-as tussen 0150 en 0100, 50 minuten verschil.

0150 – (0050/360 x 180) = 01.25

Controleer altijd of uw berekende antwoord overeenkomt met de waarde die u had afgelezen in het formulier.

Berekenen rijzing bij hoog of laag water in een secondary port

  1. Zoek de rijzing op in de Standard Port.
  2. Bepaal het verschil in de Secondary Port met de onderstaande tabel die bij de Secondary Port in de Reeds Almanak te vinden is.

     Heights (meters) 
    MHWS  MHWN  MHLN  MLWS
      4.7      3.8      0.8      0.2
    – 2.6     -2.1    -0.6     0.0
     
  3. Rijzing in de Secondary Port = Rijzing in de Standard Port + correctie:
    a. Als de rijzing in de Standard Port bij hoog water 4,7 meter is, dan is de rijzing in de Secondary Port 2,6 meter lager, dus 2,1.
    b. Als de rijzing in de Standard Port bij hoog water 3,8  meter is, dan is de rijzing in de Secondary Port 2,1 meter lager, dus 1,7.
    c. Als de rijzing tussen de 4,7 en 3,8 ligt moet u interpoleren (of als het erbuiten ligt, bijvoorbeeld 4,9, extrapoleren). Teken hiervoor weer een grafiek vergelijkbaar met het voorgaande voorbeeld, met op de x-as de rijzing en op de y-as de correctie.

    Bijvoorbeeld: HW in de standard port is 4m en het daarop volgende LW in de standard port is 0,6m.
    Wat worden de waarden in de secondary port?
    Het antwoord en de uitwerking vindt u hieronder.
secondary port tidal prediction form 2

We kunnen de correcties aflezen of berekenen:

Correctie HoT HW:
Verschil op de x-as is 4,7 – 3,8 = 0,9m
Verschil op de y-as is 2,6 – 2,1 = 0,5m
-2,1 – (0,2 x 0,5/0,9) = – 2,21 correctie

Correctie HoT LW:
Verschil op de x-as: 0,8 – 0,2 = 0,6m
Verschil op de y-as: 0,6m
0 – (0,4 x 0,6/0,6) = – 0,4m

Secondary Port

We willen met de exacte interpolatiemethode bepalen wat de rijzing om 10.50 is. In de getijtabel van de bijbehorende Standard port staat het volgende:

Time m
08.30 4,1
15.01 1,0

Bij de secondary port staat het volgende:

 Times   Heights(meters) 
HighWaterLowWaterMHWSMHWNMLWNMLWS
01000700010007004,83,91,40,5
1300190013001900    
Differ.       
-0105-0005-0035-0035+0,4+0,2+0,2+0,2

Dit lossen we natuurlijk op door de grafische exacte interpolatiemethode toe te passen, zoals al in de cursus Kustnavigatie is uitgelegd. Maar om de getijdengrafiek in te kunnen tekenen, moeten we wel eerst de rijzing en het tijdstip van HW en LW in de secondary port berekenen, door de correcties toe te passen op de standard port gegevens en daarvoor gebruiken we het secondary ports tidal prediction form.

secondary port tidal prediction form 3

Correction HW Time: 0005 – (1,5 uur / 6 uur) x 60 min = – 0020
Correction HW Heights 0,2 +( 2/9 x 0,2) = + 0,24
Correction LW Heights = + 0,2

Computation of rates

Deze methode gaat ervan uit dat de stroomsnelheid varieert met het verval in Dover. Dat is op zich ook logisch, want als het verval in Dover groot is dan zal het ook hard stromen. Bovendien als het verval in Dover groot is dan zal het verval in de rest van Europa ook groot zijn. De computation of rates is een meer nauwkeurige manier dan interpoleren met de gemiddelde stroomsnelheid bij springtij en doodtij die u ziet in de wiebertjes tabel in de kaart of de stroomkaarten in de HP33. Daar ziet u b.v. 1020 en dat betekent 2,0 knopen bij springtij en 1,0 knoop stroom bij doodtij.

  1. Noteer het Tijdstip van HW in de Standard Port.
  2. Bereken het verval in meters in het tijdvak waarin u zich bevindt. Dit is nodig om te bepalen of het spring- of doodtij is of ertussenin. Straks zetten we deze af op de verticale as.
  3. Noteer tijdstip van Vertrek (ETD) en Aankomst (ETA).
  4. Schrijf achter elk tijdstip om welke tijd het gaat.
    B.v. BT = TZ -0100 DST. Dat staat dan voor boordtijd en dat is Tijdzone -0100 Daylight Saving Time.
  5. Bepaal hoeveel uur voor of na HW u vertrekt en aankomt door een tijdlijn te tekenen.

    Bijvoorbeeld a:
    HW in de standaard port is 14.25 UT
    ETD 11.55 UT
    ETA 12.25 UT
    -3 -2 -1 HW
    __|_____|____|______|______|_____|______|
    11.25 12.25 13.25 14.25
    We varen in dit geval dus 30 minuten en we kunnen de stroom opzoeken in de wiebertjes- of stroomdiamandjes-tabel bij HW-2, want de ETD 11.55 ligt precies tussen HW-3 en HW-2 en we eindigen de reis precies op HW-2.

    Voorbeeld b:
    HW in de standaard port is 14.25 UT
    ETD 12.25 UT
    ETA 13.25 UT
    -3 -2 -1 HW
    __|_____|_____|_____|______|_____|______|
    11.25 12.25 13.25 14.25
    We varen in dit geval 1 uur, waarvan het eerste half uur in HW-2 en het tweede half uur in HW-1. We moeten dus 2 keer de stroomsnelheid opzoeken en stroomkoppelen om de gemiddelde richting en snelheid te bepalen.
  6. Trek een verticale lijn van de stroomsnelheid bij springtij naar de rode horizontale Springtij lijn.
  7. Trek een verticale lijn van de stroomsnelheid bij doodtij tot de blauwe horizontale doodtij lijn.
  8. Trek een diagonale lijn tussen de snijpunten van de verticale lijnen met de horizontale lijnen van spring en doodtij.
  9. Trek een horizontale lijn vanaf het gemiddelde verval in de standaardhaven op de verticale as tot de diagonale lijn
  10. Trek een verticale lijn om de stroomsnelheid af te lezen aan een van de horizontale assen.
  11. Let op. In het bovenstaande voorbeeld duurde de reis slechts 30 minuten, dus de gevonden stroomsnelheid moet dan nog door 2 gedeeld worden.
computaion of rates

Let erop dat de horizontale lijn van de betreffende dag, vrijwel altijd onder de rode springtij lijn en boven de blauwe doodtij-lijn ligt, tenzij het een situatie is van extreem springtij of doodtij.

Variaties in getij

De baan van de Maan is periodiek ronder en dan weer meer ovaal; het is nooit een perfecte cirkel. Het punt waar het elke maand het dichtst bij de aarde is, wordt zijn periapsis genoemd (dit varieert gedurende het jaar). Het punt waar de maan het verst van de aarde is elke maand heet apogeum (dit varieert ook door het jaar heen). Volle maan nabij periapsis is een “supermaan”

Per gebied verschilt het ook of er 1 of 2 keer hoog water voorkomt:
Dagelijkse getijden: 1 hoog 1 laag per 24 uur
Semi-dagelijks: 2 x hoog en 2 x laag (beide min of meer even hoog) per 24 uur
Gemengd semi-dagelijks of gemengde getijden: Eén hoog hoog water en één lager hoog water per 24 uur.

Berekenen zons- en maans- opkomst en ondergang

Natuurlijk is het belangrijk te weten hoe laat de zon en de maan ondergaat en opkomt, zodat we daar rekening mee kunnen houden bij de tochtplanning. Daarvoor zijn tabellen beschikbaar die dit voor een bepaalde positie per dag weergeven.

Beseft u zich wel dat het tijdstip van het fenomeen per positie verschilt. Dus die tabellen zijn niet voor elke positie op de minuut nauwkeurig. Normaal maakt een paar minuten weinig verschil, maar als we met de sextant willen navigeren, dan moeten we op de minuut nauwkeurig weten hoe laat we de sterren kunnen schieten. Dat kan namelijk alleen als de zon net achter de horizon is verdwenen, zodat we zowel de kim (de horizon) als de sterren kunnen zien. Als we telkens even zouden kijken of de zon al onder is dan zouden we verblind raken en niet meer nauwkeurig een ster kunnen schieten met de sextant. Daarvoor staan in verschillende nautische boekwerken tabellen met de tijden voor de verschillende fenomenen voor een bepaalde standaard positie. Ook staan er tabellen bij met de correctiefactoren voor een andere lengte en breedte dan die standaard positie.

Waar het in grote lijnen op neerkomt is het volgende: Bevindt u zich bijvoorbeeld ten westen van de standaardpositie, dan zal de zon later later opkomen en ook later ondergaan. Bevindt u zich ten noorden van de standaardpositie, dan zal de zon in de zomer vroeger opkomen en later ondergaan. In de winter zou de zon daar later opkomen en vroeger ondergaan. (Dit geldt voor het noordelijk halfrond).

U kunt 4 minuten optellen voor elke graad ten westen van de standaard positie of 4 minuten eraf halen voor een positie ten oosten van de standaard. De aarde is tenslotte 360 graden rond en draait in 24 uur rond haar as. 360 graden x 4 minuten is 1440 minuten. 1440/60 = 24 uur.

4 minuten per lengtegraad komt neer op 1 minuut (tijd) per 15 minuten (lengte).

Extra cursusmateriaal

Voor de onderstaande vragen heeft u extra cursusmateriaal nodig dat u kunt vinden in het werkboek.

Vragen & Antwoorden